De room en de melk mengen en op een laag vuur verwarmen.

De vanillestokjes open snijden en met een mes het merg eruit schrapen.

Voeg dit toe aan de melk met room. Leg de Halve peulen er ook in.

De eierdooiers met de kristalsuiker kloppen tot een luchtige massa.

Giet een beetje warme melk erbij en roer het los.

Giet vervolgens de opgeklopte eierdooiers in de pan, en roer het goed door elkaar.

Op het zachte vuur laten binden. Met een houten lepel kun je controleren of het dik genoeg is geworden. Als je met de lepel, die je uit het mengsel haalt, een streep op het aanrecht kunt trekken, is het mengsel goed.

Van het vuur halen en in een kom doen, de halve peulen vanille eruit halen. In de koelkast laten afkoelen .

Als het afgekoeld is, doe je het mengsel 30 minuten in een ijsmachine.

In de tussen tijd zeven we voor de wafels het bloem in een kom.

De gist los je op in het lauwwarme water.

Melk bij de bloem doen, en de opgeloste gist.

Roer het geheel tot een glad beslag.

Splits de 3 eieren in eiwit en dooiers. De dooiers roer je door het beslag.

Boter smelten en ook door het beslag mengen. Op smaak brengen met zout.

De eiwitten klop je in een schone kom met een mixer stijf, en vervolgens spatel je het eiwit door het beslag.

Nu afdekken en ongeveer 20 minuten laten rijzen.

In de wachttijd het wafelijzer alvast opwarmen.

Doe een pollepel beslag in het ijzer en bak een wafel.

Als deze klaar is bak je van de rest van het beslag meer wafels.

Maak de aardbeien schoon.

Leg een wafel op een bord, leg er een bol ijs bij, en wat aardbeien. Strooi er wat poedersuiker over.